WPM Resource centre

Om vast te stellen of uw organisatie 100 of meer werknemers heeft, moet u weten wie er allemaal werknemer zijn. De betekenis van ‘werknemer’ is ‘degene die op 1 januari van het jaar waarover u rapporteert, op grond van arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling gehouden is tot het verrichten van ten minste twintig uur betaalde arbeid per maand voor een onderneming of rechtspersoon’. Dit betekent: iemand is een werknemer als deze op 1 januari bij u in dienst is met een contract dat 20 of meer uren betaald werk per maand garandeert.
Komt iemand na 1 januari in dienst telt deze werknemer niet mee om vast te stellen of u
voor dat jaar onder de rapportageverplichting valt. Deze werknemer neemt u wel mee in de
rapportage. Als uw organisatie onder de rapportageverplichting valt dan moet u
rapporteren over alle gereisde kilometers van uw werknemers, dus ook over de kilometers
van werknemers die na 1 januari in dienst zijn getreden. U hoeft dus niet de werknemers
van 1 januari als aparte groep te rapporteren

Niet meegeteld als werknemers:

• Gedetacheerden en uitzendkrachten: Op de peildatum (1 januari van het rapportagejaar) ingehuurde krachten zijn geen werknemers van uw organisatie. U hoeft als inlener niet over hen te rapporteren.
• Medewerkers met nul-uren of deeltijdcontracten onder 20 uur per maand: Deze worden niet beschouwd als werknemers voor de rapportageplicht.
• Vrijwilligers: Zij verrichten geen betaalde arbeid en worden dus niet meegeteld.
• Politieke vertegenwoordigers: Wethouders, gemeenteraadsleden en andere politieke vertegenwoordigers tellen niet mee.
• Aandeelhouders en partners: Zij zijn geen werknemers, tenzij ze op de loonlijst staan.

Wel meegeteld als werknemers:

• Seizoenarbeiders: Zij tellen mee als ze op 1 januari van het rapportagejaar een arbeidscontract hadden voor minimaal 20 uur betaald werk per maand.
• Werknemers woonachtig in het buitenland: Werknemers die in het buitenland wonen maar in uw Nederlandse vestiging werken, vallen onder de rapportageverplichting.

Uitzonderingen:

• Uitzendbeding en payroll: Werknemers van uitzendbureaus met een uitzendbeding en werknemers die via een payroll constructie werken, zijn uitgezonderd. De organisatie die het arbeidscontract heeft afgesloten, is verantwoordelijk voor de rapportage.

Deze richtlijnen helpen u bepalen wie u moet meerekenen voor de rapportageplicht Werkgebonden Personenmobiliteit. Voor een verdere toelichting of specifieke vragen kunt u contact opnemen met onze helpdesk.

Ja, OV-reizen moeten ook worden meegenomen in de rapportage. Deze kunnen bij ieder onderdeel van toepassing zijn. Zie de handreiking voor meer informatie.

Voor de rapportage geef je het vervoermiddel op waarmee het grootste deel van de reis is afgelegd. Je hoeft dit voor de rapportage dus niet apart te declareren. Zie hiervoor ook de handreiking.

Deze vervoermiddelen vallen onder het rapportageonderdeel ‘lease- en/of eigen wagenpark’. Voor deze vervoermiddelen moet een kilometerstand worden vastgelegd. Let op: tenzij het gaat om een grijs kenteken, deze zijn uitgesloten. Zie hiervoor ook de handreiking.

Het lease vervoermiddel is mogelijk niet voor het hele jaar gekoppeld.

Als de werkgever het abonnement betaalt, dan valt het onder mobiliteitsdiensten. Betaalt de medewerker het abonnement zelf, dan loopt dit via declaraties.

Nee, de handreiking geeft aan dat je een keuze maakt voor alle medewerkers. Zie de handreikingvoor meer informatie.

Dit is de boekingsdatum van de declaratie.

De reizen naar een externe locatie worden niet gezien als woon-werk (bijvoorbeeld een consultant die naar een klant reist). De handreiking ziet woon-werk als reizen van huis naar kantoor of een adres van jullie als werkgever. 

Je hebt genoeg reacties nodig om representatief te zijn. In de handreiking wordt hierop ingegaan bij het kopje 'Aan hoeveel mensen stuur ik de enquête?'. 

Nee, de enquête stuur je uit naar alle medewerkers die op 1 januari 2024 een contract hebben van 20 uur of meer. 

Je zet de enquête 1 keer per jaar uit. Je kiest hier dus bewust een specifiek moment voor.